-
1 gist of the argument
hoofdzaak van een argument -
2 essentiel
essentiel [essãsjel]1 wezenlijk ⇒ essentieel, kenmerkend2 onontbeerlijk ⇒ noodzakelijk, fundamenteel, essentieel♦voorbeelden:l' essentiel 〈m.〉 • het belangrijkste, de hoofdzaak1. m 2. essentiel/-elleadj1) wezenlijk, essentieel2) onontbeerlijk, noodzakelijk -
3 substance
-
4 in substance
in wezen,in hoofdzaakin substancein hoofdzaak/wezen -
5 quintessence
-
6 substance
n. substantie; materiaal; inhoud; wezen, bestaan[ substəns]1 substantie ⇒ wezen, essentie; stof, materie; kern, hoofdzaak; vastheid♦voorbeelden:man of substance • rijk/vermogend manin substance • in hoofdzaak/wezenof little substance • met weinig substantie/inhoud -
7 fond
fond [fõ]〈m.〉3 achterste ⇒ binnenste, uiterste5 ondergrond ⇒ achtergrond, fond6 wezen ⇒ kern, grond, inhoud♦voorbeelden:trouver le fond • de bodem rakenà fond • grondig, tot op de bodemdu fond du coeur • uit de grond van zijn hart2 fond de cale • lensruimte, loosgat〈 figuurlijk〉 être à fond de cale • aan de grond zitten, platzak zijnfond d'une culotte • zitvlak van een broektoucher le fond du désespoir • de uiterste wanhoop bereikenmineur de fond • (ondergrondse) mijnwerkerrâcler les fonds de tiroir • zijn laatste centen bij elkaar harken, aansprekenau fond du coeur • diep in zijn hartau fond de • onderinelle vient du (fin) fond de la province • zij is met zeven paarden uit de klei getrokkenau fin fond de • in de verste uithoek vandans le fond de la salle • achterin de zaalfond sonore • achtergrondmuziek, -geluidenfeuilles vertes sur fond rouge • groene blaadjes op een rode achtergrondle fond et la forme • vorm en inhoudremarques sur le fond • opmerkingen over de inhoudle fond historique d'une légende • de historische kern van een legendeau fond • eigenlijk, in wezendans le fond • eigenlijk, in wezen7 faire fond sur qn., qc. • op iemand, iets steunen〈 figuurlijk〉 de fond en comble • van onder tot boven, volledigle fond du panier • het uitschotle fond du sac • het geheimsteà fond de train • in ijltempo, in vliegende vaartm1) bodem, grond2) diepte, waterhoogte3) ondergrond, fundering4) hoofdzaak, wezen, kern5) achtergrond6) uithoudingsvermogen [sport] -
8 pivot
-
9 principal
principal [prẽsiepaal],principaux [prẽsiepoo]1 〈 alleen bijvoeglijk naamwoord〉 hoofd- ⇒ voornaamste, belangrijkste ⇒ 〈 alleen bijwoord〉 hoofdzakelijk, vooral, in 't bijzonder♦voorbeelden:le principal • het voornaamste, belangrijkste, de hoofdzaak 〈 ook juridisch〉1. mhoofdzaak, (het) voornaamste2. adjhoofd-, voornaamste, belangrijkste -
10 tout
tout1 [toe]〈m.〉1 geheel ⇒ totaal, alles2 hoofdzaak ⇒ (het) belangrijkste, voornaamste♦voorbeelden:risquer le tout pour le tout • alles op het spel zetten(ne) … (pas) du tout • helemaal niet, absoluut nietdu tout • helemaal nietdu tout au tout • helemaal, volledig————————tout2 [toe],1 (ge)heel ⇒ volledig, een en al3 〈 elliptisch〉(bestemd, geschikt) voor ieder(e) ⇒ met alle …, van alle …♦voorbeelden:en toute simplicité • in alle eenvoudil est toute simplicité • hij is een en al eenvoud, hij is de eenvoud zelvetout le temps • voortdurend, aldoor, altijd2 tout un chacun • een ieder, iedereentous (les) deux • allebei, alle tweetous les deux jours • om de andere dagtout ce qu'il y a de gens connus • alle bekende mensenc'est sérieux? tout ce qu'il y a de plus sérieux • echt waar?, honderd procent serieus, ik meen het echt(film) tous publics • (film) voor ieder publiek, voor een breed publiekvéhicule tous terrains • terreinwagen, -voertuig, jeeppour tout (bagage) • als enige (bagage)————————tout3 [toe],1 alles ⇒ allemaal, allen, iedereen♦voorbeelden:avoir tout de • alle eigenschappen hebben vanpour tout dire • al met alc'est tout dire • daarmee is alles gezegdce sera tout pour aujourd'hui • daar zullen we het vandaag bij latentous (au)tant que nous sommes • wij allen, zonder uitzonderingaprès tout • tenslotte, alles welbeschouwden tout et pour tout • niet meer dan, alles bij elkaarenvers et contre tous • tegen iedereenpar-dessus tout, au-dessus de tout • bovenal, vooralvoilà tout • dat is alles¶ comme tout • heel erg, vreselijket tout • en zo, en wat dies meer zijet tout et tout • enzovoort, enzovoort————————tout4 [toe]〈 bijwoord〉1 heel ⇒ erg, zeer, bijzonder, helemaal3 geheel en al ⇒ een en al, niets dan♦voorbeelden:1 tout juste • nog maar net, op het nippertjeêtre tout yeux, tout oreilles • een en al oor, vol aandacht zijnc'est tout un • dat is precies hetzelfdetout aussi grand que • (precies) even groot alsêtre tout à ses projets • helemaal opgaan in zijn, haar plannentout à vous • geheel tot uw beschikking, tot uw dienst¶ tout d'abord • allereerst, voor allestout enfant, tout gosse • als kind al …tout à fait • helemaal, preciestout au moins • op z'n (aller)minsttout au plus • hoogstensle tout dernier, premier • de allerlaatste, allereersteà tout jamais • voor altijdtout de même • tochtout en marchant, il m'a raconté • terwijl we liepen, onder het lopen vertelde hij metout en étant riche, il vit très simplement • hoewel hij rijk is, leeft hij erg eenvoudigtout riche que je suis • hoe rijk ik ook ben1. m1) geheel, totaal2) hoofdzaak3) heelal2. tout, tous, toutespron1) alles2) allemaal, iedereen3. tout, toute, tous, toutesadj1) geheel, volledig2) elk, ieder3) bestemd voor4. adv1) heel, erg, helemaal2) zuiver3) geheel en al -
11 Hauptsache
-
12 главное
ngener. het essentiele, hoofdzaak -
13 основное
ngener. hoofdzaak -
14 суть дела
ngener. de kern van de zaak, het fijne van de zaak, het wezen van de zaak, hoofdzaak -
15 сущность
n1) gener. essence, hart, clou, essentie, het essentiele, hoofdinhoud, hoofdzaak, innerlijk, pit, wezen2) liter. kern -
16 central
adj. centraal, belangrijk--------n. centrale dienst[ sentrəl]♦voorbeelden:〈 geldwezen〉 central rate • spilkoers, middenkoers〈Brits-Engels; verkeer〉 central reservation • middenberm/strook2 central government • centrale/nationale regeringthe central issue • de hoofdzaakbe central to • van hoofdbelang zijn voor -
17 essence
n. kern, hoofdzaak, essentie[ esns]2 wezen ⇒ essence; geest♦voorbeelden:of the essence • van wezenlijk belanghe's the essence of kindness • hij is de vriendelijkheid zelf -
18 essential
adj. essentieel, nodig, fundamenteelessential1[ issensjl] 〈zelfstandig naamwoord; vooral meervoud〉1 het essentiële ⇒ essentie, wezen♦voorbeelden:————————essential2♦voorbeelden: -
19 head
adj. belangrijkste, hoofdzaak--------n. hoofd; (in computers) kop, het onderdeel dat leest van, en schrijft naar de harde schijf of diskettes--------v. leiden, aan het hoofd staan; afstotenhead1[ hed] 〈zelfstandig naamwoord; meervoud: in betekenis 0.15 head〉1 hoofd ⇒ kop, hoofdlengte9 (opname/wis)kop 〈van band/videorecorder〉♦voorbeelden:have something hanging over one's head • iets boven het hoofd hebben hangen 〈 voornamelijk figuurlijk〉head first/foremost • voorovertaller by a head • een kop groterget/take something into one's head • zich iets in het hoofd zettenthe success has gone to/turned his head • het succes is hem naar het hoofd gestegenput one's heads together • de koppen bij elkaar stekenput something into someone's head • iemand iets suggererenthat is above/over my head • dat gaat boven mijn peta head for mathematics • een wiskundeknobbeloff/out of one's head • gek, niet goed bij zijn verstand3 heads or tails? • kruis of munt?4 £1 a head • £1 per persooncome to a head • een kritiek punt bereikenbang one's head against a brick wall • met het hoofd tegen de muur lopenhead over ears/heels • tot over zijn orenfrom head to foot • van top tot teenbury one's head in the sand • de kop in het zand stekenI could not make head or tail of it • ik kon er geen touw aan vastknopenkeep one's head above water • het hoofd boven water houdenbeat/knock someone's head off • iemand totaal verslaanbite/snap someone's head off • iemand afsnauweneat one's head off • eten als een wolf〈 slang〉 give someone head • iemand beffen/pijpenhold one's head high • z'n hoofd niet laten hangenkeep one's head • zijn kalmte bewarenkeep one's head down • zich gedekt houdenlaugh one's head off • zich een ongeluk lachenscream/shout one's head off • vreselijk tekeergaanhave one's head screwed on straight/right • verstandig zijn, niet gek zijnshe could do it standing on her head • het was voor haar een fluitje van een centbe promoted over one's head • gepasseerd worden————————head21 gaan ⇒ gericht zijn, koers zetten♦voorbeelden:the plane headed north • het vliegtuig zette koers naar het noorden→ head for head for/II 〈 overgankelijk werkwoord〉♦voorbeelden:the procession was headed by the mounted police • de stoet werd voorafgegaan door de bereden politie→ head off head off/ -
20 kernel
n. kern; zaak; hoofdzaak; (in computers) hart, het deel van het besturingssysteem dat de werking verzorgt van de belangrijkste hardware van de computer[ kə:nl]1 pit ⇒ kern, korrel
См. также в других словарях:
Kiekeboe — is a comic strip series created by Belgian artist Merho in 1977. The series appears in Dutch. It is first published in the newspapers Gazet van Antwerpen and Het Belang van Limburg and then published as comic books by Standaard Uitgeverij. The… … Wikipedia
De Kiekeboes — Kiekeboes , a mural in Hasselt, 1996. Created by Merho Publication information … Wikipedia